Volvo 850 1992-1997
Periodiek onderhoud
De
werkzaamheden vermeld vanaf paragraaf 15.1.1 gelden voor normale omstandigheden.
Bij zwaar gebruik moeten alle voorkomende werkzaamheden vaker worden uitgevoerd.
Met zwaar gebruik wordt bedoeld: Veelvuldig korte afstanden (minder dan 8 km)
afleggen, waarbij de motor nooit goed op bedrijfstemperatuur komt;
deur-aan-deur-bestellingen; taxi-gebruik; langdurig trekken van aanhangers,
caravans en dergelijke; langdurig rijden op slechte, stoffige, modderige of met
zout besproeide wegen.
Onderhoud
Om een optimale
bedrijfszekerheid van uw auto te waarborgen, verdient het aanbeveling enige aan
meer slijtage onderhevige onderdelen op geregelde tijden te
controleren.
- Controleer éénmaal om de veertien dagen of voor aanvang
van een langere rit de bandenspanning.
- Controleer iedere 500 km het
oliepeil, het koelvloeistofniveau en het remvloeistofniveau.
- Controleer
iedere 5000 km de banden op overmatige slijtage.
Paragraaf
15.1.1
Werkzaamheden om
de 15.000 km of twaalf maanden
- Controleer de onderzijde van
bodemplaat, wielkuipen, portieren, motorkap en benzine- en
remleidingen.
- Controleer de conditie en bevestiging van de
reservewielhouder en de brandstoftank.
- Controleer de conditie en
bevestiging van het uitlaatsysteem en de katalysator.
- Controleer de
conditie en bevestiging en afdichting van stofhoezen van aandrijfassen en
stuurinrichting.
- Controleer de motor/versnellingsbak op
lekkage.
- Ververs de motorolie en vervang het oliefilter.
-
Controleer de conditie van de aandrijfriem van de hulpaggregaten.
- Breng
de vloeistof van de stuurbekrachtiging op peil en controleer het systeem op
lekkage.
- Breng de vloeistof van de ruitensproeiers (voor en achter) op
peil en controleer de werking en de conditie van de
ruitenwissers/sproeiers.
- Breng de accuvloeistof op peil en controleer
de bevestiging van de accu.
- Breng de koelvloeistof op peil en
controleer het koelsysteem op lekkage.
- Controleer het remvloeistofpeil
en de afdichting van het remsysteem.
- Controleer de remblokken.
Controleer bij vervangen van de remblokken de dikte van de remschijven.
-
Controleer de werking van de handrem.
- Controleer de conditie, het
profiel, het slijtagepatroon en de spanning van de banden.
- Controleer
de bevestiging en speling van de wielophanging.
- Controleer de
schokdempers en veren.
- Controleer de werking van verwarming,
airconditioning en ventilatie.
- Controleer de werking van de
instrumenten, de verlichting en de controlelampjes.
- Zet bij het
VDO-instrumentenpaneel de service-indicator op nul.
- Stel de koplampen
af.
Paragraaf 15.1.2
Werkzaamheden om de 30.000 km of twee
jaar
- Voer alle werkzaamheden uit zoals beschreven in
paragraaf 15.1.1
- Controleer de carrosserie
(roestwering/lakwerk).
- Ververs de remvloeistof (om de twee
jaar).
Werkzaamheden om de 45.000 km of drie
jaar
- Voer alle werkzaamheden uit zoals beschreven in
paragraaf 15.1.1
- Vervang de bougies.
- Vet de riemspanner van de
aandrijfriem van de hulpaggregaten in (indien deze uit elkaar kan worden
genomen).
Paragraaf 15.1.4
Werkzaamheden om de 60.000 km of vier
jaar
- Voer alle werkzaamheden uit zoals beschreven in
paragraaf 15.1.2
- Vervang het luchtfilter.
Werkzaamheden om de 75.000 km of zes
jaar
- Voer alle werkzaamheden uit zoals beschreven in
paragraaf 15.1.1
- Vervang de distributieriem (21 mm-riem, t/m 1993) en
vet de riemspanner in.
Werkzaamheden om de 90.000 km of zes
jaar
- Voer alle werkzaamheden uit zoals beschreven in
paragraaf 15.1.2
- Vervang de aandrijfriem van de
hulpaggregaten.
- Controleer de carterventilatie. Vervang de
vlamdover.
- Reinig het EGR-systeem (2,5
liter-motor).
Werkzaamheden om de 105.000 km of zeven
jaar
- Voer alle werkzaamheden uit zoals beschreven in
paragraaf 15.1.1
- Vervang het benzinefilter.
Werkzaamheden om de 120.000 km of acht
jaar
- Voer alle werkzaamheden uit zoals beschreven in
paragraaf 15.1.4
- Vervang de distributieriem (23 mm-riem, vanaf
1994).
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------